Er staat in je cv dat je
pro actief bent. De recruiter vraagt of dit klopt. Je bevestigt met ja. Dan
krijg je het volgende .... De vraag, ‘kun je hier een voorbeeld bij geven?’
Waarom vraagt hij/ zij dit?
Kennelijk is je woord
‘JA’ niet genoeg, dus een voorbeeld dan wel? Máár.... Is het voorbeeld ineens
wel waar? Hoe valideer je dat? Vreemd hoor, ze vragen een voorbeeld te geven,
en als je dat niet hebt, ben je gezakt, heb je dat wel, ben je geslaagd.
Hmmmmm....
- = het ja/ nee antwoord op de vraag; “ben je pro
actief?”
- = het voorbeeld dat je wel/ niet kunt
geven op de JA.
Het
spelletje van de recruiter
De recruiter, (dit is
echt lache, want ik ga de belachelijkheid zichtbaar maken!) is pas tevreden als
je na de A = ‘JA’ , ook bij B (voorbeeld)
kunt geven uit je arbeidsverleden.
- = NEE, B = niet belangrijk
- = JA, B =NIET (geen voorbeeld),
je verliest.
- = JA , B = WEL (je hebt een
voorbeeld) Recruiter is tevreden.
Nu is het zo, dat we
niet alleen moeten kijken naar A: JA/ NEE en B:
WEL/ NIET, maar
ook tussen A en B. Wat is de meerwaarde van B (het
voorbeeld) als dit voorbeeld niet echt is, maar verzonnen? M.a.w., als we wel
uitgaan van A, (wel/ niet proactief zijn) in zijn ontkenning, maar
argwanend worden in zijn bevestiging, is er al iets mis.
Nu B, geen voorbeeld? (NIET) en terwijl A =JA,
resulteert in verlies. Maar indien WEL voorbeeld na A = JA,
dan succes, recruiter tevreden. Máár.., als dus alles van B afhangt,
is de JA/ NEE van A niet meer belangrijk. Het onderscheid
tussen Ja/ en NEE van A is volledig verwaarloosd. Omdat alles
alleen afhangt van B, het voorbeeld verhaaltje. Maar dit verhaaltje
kun je nooit fact-checken. Dus is vragen naar een voorbeeld, (stap B)
volslagen zinloos. Het verhaal staat namelijk gelijk aan de JA/ NEE
van A. Even gemakkelijk of iets lastiger is het verzinnen van een
voorbeeld in situatie B, als het liegen tijdens situatie A.
Maar waarom hechten recruiters wel zoveel meerwaarde aan het voorbeeldverhaal,
en is de JA/ NEE bevestiging op de vraag; ‘Ben je pro actief?’ niet voldoende?
Dit is me een raadsel. En het lijkt erop dat ze er zelf nooit echt bij stil
hebben gestaan.
Bovenal, staat (gezien
de nadruk ligt op B), de selectie niet zoals je zou denken, op
goede werkers, (zoals hierboven beschreven al naar toe werkt) maar op goede
vertellers/ acteurs. Wie kan het best de recruiter op de tuin leiden?... Tenzij
de recruiter beschikt over een ingebouwde sensor die ten minste voor 95%
nauwkeurigheid (de acceptabele foutmarge) onderscheid maakt tussen echt en
bedrog.
Voorbeeld 2, de stress vraag.
“Als je veel dingen
moet doen op een dag, krijg je dan stress?”
Antwoord: Bij ‘dingen’
gaat het al fout, want voor de recruiter is het woord “Veel” in de
vraagstelling reden tot logisch gevolg aan stress. Nu is in eens de hoeveelheid
‘dingen’ een bepalende factor. Je kunt dan gerust antwoorden; dat hoeveelheid
en stress niet gecorreleerd zijn, maar de aard van de bezigheden wel, indien
die bezigheden vervelend zijn. Veel doen kan leuk zijn, zolang je energie
genoeg hebt. Terwijl één vervelende taak al stress kan geven!
Voorbeeld
3, stressbestendig
“Ben je
stressbestendig?”, kan jou worden gevraagd. Opnieuw, een heel domme vraag.
Aangezien stress al iets is, stress is een staat van ontregeling van het
lichaam en zijn functies. Nadelig ontregeld dus.. Niemand reageert daar goed
op, omdat het altijd nadelig is. De vraag die ze dus eigenlijk stellen is deze:
“Functioneer je goed als je lichaam niet goed functioneert?”
Wat ze eigenlijk willen
weten, maar verkeerd overbrengen is dit: ‘Kun je een hoop hebben?’
Beter gesteld is dit (en altijd specifiek!): “Geeft het je stress indien
je X of Y moet doen?”(specifieke voorbeelden, want wat voor Pietje stressvol
is, is voor Sjaak helemaal niet stressvol)
Of nog beter gesteld is gewoon: “Wat geeft jou stress?” (Simpel eigenlijk hè?!)
En als je vraagt; ‘Kun je voorbeelden geven van dingen, situaties, die je
irriteren?’ krijg je dus allemaal antwoorden die stressvol voor de kandidaat
zijn. Zit in die opsomming geen raakvlak met de huidige functie waarvoor de
kandidaat komt, dan kan de recruiter dit afstrepen.
Recruiters maken mijns
inziens dus onderscheid tussen:
Situaties
1) Slechte werkers die slecht kunnen vertellen
2) Goede werkers die slecht kunnen vertellen
3) Slechte werkers die goed kunnen vertellen (acteurs en leugenaars)
4) Goede werkers die goed kunnen vertellen
De goede werker zit in antwoord JA bij situatie A, maar
aangezien A niet relevant is, verschuift alle aandacht
naar B, het vertellen, en wordt er niet logischerwijs geselecteerd
op goed en slecht vertellen, als in waarheid die er wel of niet toe doet, of de
leugen die er wel of niet toe doet. Maar omdat de leugen altijd een WEL
vertaald, (immers, niemand zal liegen om te zeggen dat hij/ zij niet proactief
is, terwijl hij/ zij dat in feite wel is).
Dus selecteert de recruiter tussen eerlijk en geen voorbeeld,(het afhaken
bij A, niet pro actief, en tussen B wel proactief
bij A, en WEL voorbeeld bij B. Máár kan nooit
onderscheid maken tussen wel of geen waarheid in B. Als er
bij A gelogen wordt, is het liegen bij B ook
aannemelijk!
Wat maakt toch dat de
recruiter voor het verhaaltje valt? Is die extra moeite om het verhaaltje wel
of niet op te ratelen, (even los van het feit of dit wel of niet waar zou
zijn, omdat dit niet gecheckt kan worden is dit dus ook niet meer relevant!) nu
zoveel zeggend?
Het zou alleen
betekenisvol zijn indien er waarheidsgehalte zit in B, welke niet
terug te vinden is in A. Maar omdat A en B even
onzeker zijn, kun je logischerwijs geen onderscheid maken.
Recruiters vragen door om onzekerheid te verminderen, terwijl de kansen even
groot blijven, en de risico’s op vals positieven groter worden!
Situaties
Kortom, de recruiter is dankzij deze bevragingsmethode onderhevig en dus
overgeleverd aan zijn eigen positieve selectie op leugenaars en acteurs (3),
en gelijktijdig een negatieve selectie op goede werkers zonder voorbeeld (2).
M.a.w., het vangnet laat een flink deel van de goeden glippen, en behoudt een
flink deel van de foute. Deze bijvangst is nu niet meer te onderscheiden.
Alleen situaties (1 en 4) zijn duidelijk te
onderscheiden zonder fout.
Is het niet
verschrikkelijk?