Translate

woensdag 15 september 2010

Zuiverheid

Wat mooi gevonden wordt, zit ‘m in het proces van beoordeling. Maar wie kan zeggen wat mooi is? Niets is, want alles is voor iedereen weer net even anders. Daarom gaat het niet om universele schoonheid, maar persoonlijke. Wat voor de persoon in kwestie mooi is, is wat diegene erbij voelt. Het is de prikkel die bepaalt, in hoeverre wij het labelen als mooi of lelijk. Van lekker tot vies. Dan is het niet gelegen in hetgeen we observeren, maar is het de inwendige reactie, op datgene wat we observeren. Het is het inwendige spiegelbeeld wat het object oproept, dat direct in een sensatie wordt vertaald.

Maar niets is ook minder waar. We hebben een venster van vaststaande oordelen die het inwendige beeld vervormen, voordat deze ook maar aankomt op het rooster van sensatie. We noemen ze vooroordelen. Dat zijn beeldstructuren die al reeds eerder beoordeeld zijn, en als vergelijkingsmateriaal dienen om soortgelijke situaties sneller op hun waarde in te schatten. Het vergemakkelijkt het proces van waarneming en zodoende houden we tijd vrij voor andere dingen. Om niet steeds te worden overladen door de sensatie van de omgeving, maar er tussenuit kunnen knijpen. Even de droomwereld in, onze eigen fantasie. Die fantasie die ons behoedt voor realiteit. Misschien omdat niemand de Wereld in zijn ware gedaante kan of wil zien. Wat echt is, is te moeilijk en vraagt een heel diep begrip. Niemand is erin geslaagd, dus waarom proberen?

Een voorbeeld is om de liefde uit te kleden tot je uiteindelijk komt op eigenbelang. Het is een nare manier van zien, maar daarom nog niet onwaar. Andersom, liefde is het mooiste. Het voelt goed, en klaar. Ook op een andere manier waar.
Oordelen is gemakkelijk.., maar het stompt af. Vooroordelen vlakken alles uit. Niets is nog origineel, het brein weet het al. Het oordeel staat klaar om het van zijn ware gedaante te ontdoen. Alles ziet er naakt hetzelfde uit. Makkelijk hè. Maar toch ook zo saai. Dingen zien met een nieuwe kijk, vraagt soms een stukje inlevingsvermogen. Of soms helemaal niet. Gewoon neutraliteit. Dat is waar ik hierin naartoe wil. Naar de zuiverheid der alle dingen. Gewoon door het oordelende wezen in onszelf in de kast op te sluiten. Neutraliteit geeft namelijk een heel nieuw scala aan zienswijzen, omdat je het vormgevingsproces weer kans geeft.

“Moeilijkheid en kwaliteit zijn niet gelegen in hetgeen we waarnemen, maar in de manier van interpretatie van de observator.”

Zo kan een filmpje voor de ene persoon heel flauw of dom zijn, maar weer een ander haalt er meer uit. Informatie die de gedachtewereld prikkelt. Een vorm van humor die de ander niet ziet, of een diepere betekenis. Soms ook niet te halen uit hetgeen we waarnemen, maar passen onze eigen ideeën erop toe. Mooier maken van de waarneming. De gedachte is continue de waarneming aan het wegen en meten.

Toch, om helemaal niet te oordelen, lijkt me onmogelijk. En positief denken werkt ook als een bedrieger. Het is een direct aftreksel van de keuze. Daarom niet geloofwaardig voor jezelf. En dat is toch de hoofdreden.
Het zal tijd en energie vergen om het oordelende mechanisme in jezelf te vermijden of onderdrukken. Alzheimer doet het ook, maar dat lijkt me nou niet het meest gewenste beeld.
Ik denk dat het begint bij het neutrale denken, en dan het eerste oordeel wat er doorbreekt, laat dat dan door een roze filtertje gaan. Plak er desnoods een lintje aan;

“ik sta niet toe dat dit fenomeen in een kwaad licht woekert in mijn hoofd”

K.Gibran beschrijft in zijn boek ‘the profet’ ook goed hoe alles eigenlijk intrinsiek met elkander is verbonden. En het veroordelen van een stukje uit het geheel belachelijk is.

“En evenmin als een enkel blad aan een boom geel kan worden, zonder het stille medeweten van de ganse boom, kan ook de boosdoener kwaad doen zonder de verborgen wil van ons allen."

Hij bedoelt dat het niet kan. Het blad kan niet ongezien geel worden zonder het weten van de boom. De boosdoener is niet in een keer van goedaardig veranderd in kwaadaardig. Dat was deze allang, en geen haan kraait ernaar. Iedereen leeft voor zich, pas als de problemen zichtbaar zijn, dan wijzen we met het afkeurende vingertje. Daartussen zit een grijze ruimte, ontstaan en uitkomst daarvan. Het worden, en het doen. Het is een lastige zin, want het zegt veel. Het zegt dat zelfs die kwaaie daad, de uitkomst is van onze gezamenlijke wil. Dat het inherent besloten lag, als in een potentie in een ruimte. Wie vult hem in, de ruimte hebben wij geschapen. En de minst gewaarschuwde loopt erin, vervult die stiekeme taak. Als een Fout in het systeem, maar we kunnen niemand aanwijzen. “Oh daar is en slachtoffer!”

We zijn allemaal verantwoordelijk voor alles wat er gebeurt. Dat is wat Gibran zegt. Wij als mensheid, niet als individuen. Het journaal wijst ook individuen aan als zijnde de boosdoeners. De verkrachter was gisteren nog een mens, een van de onzen, maar toen het ontdekt werd… De seriemoordenaar was nog een vriendelijke kerel, maar nu is het een seriemoordenaar. Zo geld het voor alles. Zijn er niet continu types die tot het moment dat ze in overtreding gingen, niet gewoon als mens werden beschouwd? Al dat labelen. Al dat wijzen. Misschien is de samenleving als geheel wel ziek, en ontspringt daar zo nu en dan bewijs van uit. Dan zou die nieuwslezeres op tv moeten zeggen, “jongens, wees toch een keer wat liever voor elkaar, want dit gaat niet goed zo. Er is weer een zinloze moord gepleegd.” Zolang je je gedraagt, ben je een van de grote groep. Zodra je in overtreding gaat, wordt je plotsklaps een individu. Een outsider.
Raar toch, zo geef je steeds de zwakste schakel de schuld. En blijft de poel gezond. In plaats van besmeurd.

Maar wij als groep, wij als mensheid tegen de rotte appels. Kwamen die rotte appels ook niet allemaal uit de gezonde groep? Zo gezond is die groep dus niet. Wij worden toegesproken over de badguys. Wij goede brave mensjes, mogen wijzen naar hen die in de fout schoten. Boeven zitten in het gevang. En de wapenfabrikant is een held. Die heeft meer moorden op zijn geweten dan alle gevangenissen gevuld samen op het geweten draagt. Ohnee die mensen hebben geen geweten. Even vergeten. Dom van me. Oorlogshelden…. Ergens klopt het niet. Politieke leiders die de oorlog verklaren. Horen die niet gevangen dan? Want zo ga ik redeneren wanneer ik mijn filter negeer. Wanneer ik bepaalde vooroordelen eventjes weglaat. Zie je wel, het kan wel. Met een beetje goodwill